Een lekker ruikende ‘OOGST’

oogstHet nieuwe kunstenmagazine OOGST wil “een tentoonstelling op papier” zijn, voorbij de waan van de dag. Het eerste nummer oogt veelbelovend, maar nog wat springerig.

Is er dan toch een draagvlak voor een driemaandelijks ambitieus magazine dat literatuur, kunst, film en fotografie verenigt? Te oordelen aan de florissante opkomst én het jonge veulen-enthousiasme bij de lancering van OOGST, vorige week in De Studio, zit het nieuwe magazine gebeiteld. Met dank aan een doordachte mediacampagne. OOGST wil de waan van de dag overstijgen. Moedige initiatiefnemers Jozefien van Beek en Frederik Willem Daem, die elkaar ontmoetten tijdens een Parijs’ residentieproject van De Buren, mikken op “tijdloosheid”. “In tijden van clicks en snelheid kiezen we bewust voor papier en traagheid”, argumenteren ze. OOGST is dan ook opgevat als “een tentoonstelling op papier, die op elk moment bezocht en gelezen kan worden.” In de inleiding blijft het mission statement toch wat vaag.

Wie door OOGST bladert, zal zich niet vervelen bij deze plotse samenscholing van talent. Het eerste nummer oogt gevarieerd, soms speels, dan weer bloedernstig én bevat opvallend veel rubriekjes. Het beeld krijgt even royaal de ruimte als de tekst en er is opvallend veel zorg voor het detail. Qua vormgeving heeft OOGST zitten neuzen in Fantastic Man en andere trendy internationale magazinepers. Maar dat ook Das Magazin mee voor inspiratie zorgde, is zonneklaar. En kijk ook eens naar de belettering bij het literaire tijdschrift Deus Ex Machina.

Tussen coryfee en youngsters

Jeroen Olyslaegers 1Rinus van de Velde mag als paradepaardje fungeren. De houtskoolkunstenaar – die zich in een hype kan verheugen – verkent nieuwe horizonten met een speciaal geconcipieerd werk als toegift, terwijl ook Ward Zwart met illustraties zijn duit in het zakje doet en het nummer schraagt. Literatuur ligt aan het infuus via twee verhalen van Frederik Willem Daem en de nog onbekende Amerikaan Justin Taylor. Freelancejournalist Michiel Leen praatte uitgebreid met schrijver Jeroen Olyslaegers en zocht naar de bronnen van zijn schrijverschap: “Vrij vroeg in mijn carrière heb ik geleerd dat succes een doodlopende straat is – een citaat van Arnon Grunberg. Dat besef heeft me gered van bitterheid, jaloezie of de verleiding om in een bestsellergevoelige stijl te gaan schrijven en zorgde voor grote mentale rust.” De knappe foto’s van Olyslaegers door Kasper Demeulemeester laten zijn woest bebaarde kop buiten beeld, maar tonen hem wel ten voeten uit. Nog meer fotografie is er van Herman Selleslags die summier commentaar verstrekt bij een aantal weggedeemsterde sixties glamour girls uit zijn archief. Zo zoekt OOGST naar het evenwicht tussen traditie en vernieuwing, tussen coryfee en youngsters. Minder geslaagd is het stuk van Jan Postma over stripverfilming Captain America: The First Avenger (2011), dat te zeer een persoonlijk spielereitje blijft. Sterk is het portretinterview van Jozefien van Beek met cineast en kunstenaar Nicolas Provost in New York, waarvan een eerdere versie in De Morgen verscheen.

Spannende verrijking

Een aantal rubrieken moeten zich zichtbaar nog uitkristalliseren en méér worden dan een vergaarbak, zoals bij het rommelige De Vitrine. De Frequentie, waarin elke keer iemand een geliefkoosd werk voorstelt, start veelbelovend met een stuk van Bart Vanegeren over Hugo Claus’ Een zachte vernieling. Maar van de correspondentie tussen kunstenaar Koen van den Broek en Vaast Colson val je niet echt achterover. Het is dus nog even afwachten waar de grote meerwaarde van OOGST zich schuilhoudt. Maakt OOGST als magazine het verschil? Sommige stukken kun je evenzeer aantreffen in de weekendbijlage van een kwaliteitskrant. En de traagheid? Eerder laat OOGST nog een lichtjes nerveuze, springerige indruk na. Niet geheel onlogisch. De redactie gunt zichzelf wijselijk een jaargang om zich te bewijzen. Dit blad heeft onbetwistbaar groeipotentieel en vormt nu al een spannende verrijking van het magazinelandschap. En o ja, OOGST ruikt lekker. Ook een zeer belangrijke eigenschap.

Dirk Leyman

[Een eerdere versie van dit artikel verscheen in De Morgen]

OOGST kost 48 euro voor een jaargang van vier nummers. Er kunnen geen losse nummers besteld worden. Info: www.oogstmagazine.be

 Samperssaint-wade

(foto Rinus Van de Velde en Koen Sels: Stine Sampers (c) en illustratie Ward Zwart).


door