Dwalen door ‘abandoned places’

HVR4racconighi-unburnt-copy Urban exploring met de camera om de hals, het is tegenwoordig een expansief groeiende bezigheid. Gebrand op risico’s spieden talloze fotografen fanatiek naar vervallen gebouwen vol rafelige inboedel. Ze dringen binnen in attractieve ruïnes waar het verval zijn sluipend sloopwerk verricht.

Via gespecialiseerde sites en Facebookgroepen tippen de aficionado’s elkaar over spannende én liefst nog onontgonnen locaties. Vooral in de voormalige Sovjetunie en Oost-Europa valt er op de puinhopen van het postcommunisme nog steeds veel sierlijke verwaarlozing te rapen, zoals in de populaire (sic) radioactieve zones rond Tsjernobyl en nabijgelegen spookstad Pripjat. Het in de tijd gestolde reuzenrad is er stilaan door honderden en duizenden fotografen vastgelegd.

De Belgische fotograaf Henk van Rensbergen slaat waarschijnlijk verbaasd gade hoezeer zijn geësthetiseerde ruïnefotografie trendsettend is geworden. In het kielzog van de spectaculaire expedities van Robert Polidori, die ooit het verval van de Cubaanse hoofdstad Havana en de desolate  gehuchten van Noord-Dakota fotogeniek maakte, startte de Boeing 787-piloot in de jaren negentig zijn eigen queestes. Onophoudelijk speurde hij naar de schoonheid van de teloorgang. Telkens gaat hij daarbij tot de limiet. Voor zijn cameravizier haalt Van Rensbergen verlaten industriële gebouwen, desolate fabriekssites, tunnelcomplexen, klinieken, kastelen of oude loodsen, meestal in verregaande staat van onttakeling.  Je kunt Van Rensbergen terecht een pionier noemen in het genre. Met zijn series Abandoned Places scoorde hij ook met vier boeken bij Lannoo. Nu is er een ‘best of’ op klein formaat, aangevuld met nieuw werk.

HVR8Van Rensbergen – die op zijn zestiende zijn eerste reflexcamera kreeg – heeft door zijn baan een wereldwijde actieradius en verlegde zijn terrein tot in verlaten Japanse pretparken toe. “Soms toont een gebouw pas na een paar bezoeken zijn ware gelaat en blijkt de indrukwekkende kolos een kwetsbare ziel te verbergen”, aldus Van Rensbergen. Geen menselijk wezen valt te detecteren op de haarscherpe beelden van Van Rensbergen. Sporen van activiteit zijn er genoeg en die zijn vaak behoorlijk onthutsend. Je kunt langdurig blijven turen naar al die vergeefse, stilgevallen dadendrang, nu bedekt met een stoflaag of ten prooi aan onherroepelijke aftakeling. Tot de slopershamer langskomt. In Knack Weekend vertelde Van Rensbergen onlangs  hoe opvallend het is “dat er alleen in rijke landen mooie ruïnes zijn, in tegenstelling tot wat men zou denken. Waar armoede heerst worden ze meteen geplunderd, in rijke landen blijven ze staan met huisraad en meubilair. Doordat er geen vandalisme is in Japan, ontdek je er bijvoorbeeld intacte, maar verwilderde pretparken, dat is heel bijzonder.”

Er kleeft natuurlijk een zekere heroïek aan zijn speurtochten. Van Rensbergen begeeft zich langs rottende traphallen, wankele staketsels, nauwe gangen of opslagplaatsen met ondefinieerbare chemische stoffen. Op zoek naar het beeld dat het gebouw in al zijn getaande maar schitterende grandeur vat. In België fotografeerde hij onder meer de zieltogende universitaire campus Val Benoît, de site van Forges de Clabecq of op een autokerkhof in Châtillon. Van Rensbergen bezocht ook een verlaten oorlogskerkhof in Frankrijk, een vergeten liefdeshotel in Japan of een overstroomd pretpark in New Orleans. En hij vatte de contouren van Detroit, de tot spookstad vervallen ‘Motor city’. Meermaals is hij verbluft door de nonchalance van de vroegere eigenaars, die op stel en sprong hun have en goed achterlieten, zoals bij de boekloze ‘unburnt library’. Bij elke foto’s kun je zo een melancholische of absurdistische short story verzinnen. Intussen heeft hij op zijn beurt een sliert navolgers én geestesverwanten, waaronder Aurélien Vilette, Yves Marchand, Romain Meffre of Réginald Van de Velde. Maar een échte Van Rensbergen herken je blindelings. Door de ‘Abandoned places’ van Henk van Rensbergen bladeren, is dwalen door een no man’s-land.

Dirk Leyman

Henk van Rensbergen, Abandoned Places, Lannoo, 15 euro.

[Deze bijdragen verscheen eerder in een lichtjes andere versie in ‘De Morgen’, mei 2016. Foto’s (c) Henk van Rensbergen]

[wzslider interval=”2500″ transition=”‘slide’”]


door