Vrijdag Poëziedag: Liesbeth Lagemaat

 

Het kleed met de gouden belletjes

heb ik slecht bewaard. Ik heb het achteloos neergegooid
in een hoek van de kamer, ik was moe, noemde de woning mijn thuis.
Binnen zeven jaar heeft zij er een knekelhok van gemaakt,

dwars door mijn vel heen zocht ze naar mijn botten,
trofeeën die ze boven ons ledikant kon spijkeren als ik er niet meer was.
Haar golfslag wachtte mij al op, mijn kieuwen werden zichtbaar,

de zilveren glans van mijn schubben. Het was mijn vloek.
Het kleed met de belletjes heb ik niet opgeborgen,
zij kon als meesterdief de nacht ingaan en van me stelen

wat ze lustte. Al was de deken met kerkklokken bezaaid geweest,
dan nog had ze hem moeiteloos uit mijn ruimte weggekaapt,
zo zoog ze alles naar zich toe. Haar mond was een sluis.

Lippen die deden denken aan de pieren die ik stak aan het strand.
Ik wil niet dat ze spreekt. De wormen kronkelen langs haar kin,
haar hals, en trekken zwarte groeven in haar huid, daaronder leeft

een waterlichaam in een volstrekt eigen ritme, als een menselijke baai,
het getij is er opmerkelijk kalm en de temperatuur van het water bijna
tropisch, totaal verschillend van de oceaan die haar omringt. Marshmallow-

blauw spiegelt de hemel zich, in vlekken die meer schitteren dan
weggezwommen vissen uit een sprookjesboek. Vinnen deinen op het in-
en uitademen van het water, dit dunne vlies van cellofaan, een vangnet

voor het licht. Nooit zal ze beseffen wat ze in zich bergt, de baai, in haar
beste uren kan ze zich meten met de lieflijkste planeet in een nooit ontdekt
ongerept Galactica.

 

Liesbeth Lagemaat

– –

Voorpublicatie uit de bundel Nachtopera, die verschijnt bij Wereldbibliotheek op 29 januari, Gedichtendag. Het was ook al te lezen in Poëziekant nummer vijf van dit jaar.

Voortaan brengt ZNOR u af en toe wat poëzieom even te verpozen tussen de onophoudelijke stroom van lifestylenieuws.

In samenwerking met Poëziecentrum.

Liesbeth Lagemaat (c) foto Koos Hageraats
Liesbeth Lagemaat (c) foto Koos Hageraats

 


door